Skiën

Skiën betekent het voortbewegen over sneeuw (of een kunstmatige ondergrond) met behulp van ski’s, die met bindingen aan skischoenen zijn bevestigd. Het woord ‘ski’ stamt af van het Oudnoorse ‘skiða’, wat ‘rechte plank’ betekent. Skiën begon ooit als een praktische manier om zich in de winter te verplaatsen, maar heeft zich inmiddels ontwikkeld tot voor vele mensen wintersport vakantie.

Vormen van skiën

Er zijn verschillende soorten vormen van skiën. Hier is een overzicht van de meest voorkomende vormen:

Noords skiën

• Langlauf: Dit is een vorm van skiën waarbij skiers een traject afleggen op langlaufski’s. Er zijn verschillende stijlen, zoals de klassieke stijl en de schaatspas.
• Schansspringen: Hierbij springen deelnemers van een schans en worden beoordeeld op afstand en techniek.
• Noordse combinatie: Een mix van langlaufen en schansspringen.
• Biatlon: Een combinatie van langlaufen en schieten op doelen.
• Telemarken: Skiën met een losse hak, waarbij je door de kniën buigt tijdens het draaien.

Alpineskiën

• Afdaling: Bergafwaarts racen op hoge snelheid.
• Slalom: Een technisch parcours met korte bochten.
• Reuzenslalom: Een langere en minder bochtige versie van de slalom.
• Super G: Een snelheidsparcours met sprongen en bochten.
• Alpiene combinatie: Een combinatie van afdaling en slalom.

Freestyleskiën

• Slopestyle: Skiërs voeren tricks uit op obstakels zoals rails en kickers.
• Aerials: Salto’s en spins vanaf een schans.
• Buckelpisteskiën (Moguls): Skiën over een bultige piste met sprongen.
• Halfpipe: Sprongen en trucs in een halve pijp.
• Ski cross: Een race op een parcours met bochten, bulten en schansen.

Andere vormen

• Heliskiën: Skiërs worden met een helikopter afgezet op een bergtop en skiën af buiten de piste.
• Freeriden: Skiën in ongerepte poedersneeuw.
• Toerskiën: Skiën buiten de gebaande paden met stijgvellen.
• Zandskiën: Skiën op zandduinen in plaats van sneeuw.

Wedstrijdskiën in Nederland

Hoewel Nederland geen grote bergen heeft, zijn er toch volop mogelijkheden om te skiën op kunstmatige ondergronden. Borstelbanen en indoor skiën bieden een goede trainingsmogelijkheid voor zowel beginners als gevorderden. Wedstrijden worden vaak gehouden in indoorhallen en op borstelbanen, waar vooral slalom populair is.

Het belang van de juiste uitrusting

Afhankelijk van de skivorm zijn verschillende soorten ski’s en accessoires nodig. Denk hierbij aan carveski’s voor alpineskiën of langlaufski’s voor de Noordse skivormen. Een goede helm, skikleding en lawine-uitrusting zijn nodig voor veiligheid en comfort.